De Staat van Ontbinding

18-06-2024


In ons moderne epoque, waarin alle traditionele waarden omgekeerd zijn en alles dat in zichzelf waardeloos is, als pus in een open wond boven komt drijven, en op een merkwaardige manier verheven wordt tot onderwerp van populaire adoratie, zal onverbiddelijk het zwakke en ziekelijke als leiderschap aangemerkt worden.

Het leiderschap in zo'n staat van ontbinding legt verantwoording af aan haar electoraat op basis van futiele randzaken en populistische theemutserij. Zij vullen de vakken van het ideologisch warenhuis met deugwaren en inclusieve "gezelligheid", maar helaas komen de etnisch existentiële vraagstukken in de onderste uitverkoop bakken te liggen, tussen de onverkoopbare vegan-mayo, maandverband voor mannen en co2-voetafdrukloze en recyclebare teenslippers.

Wat voor leiderschap door moet gaan in Nederland is een verzameling weekdieren welke doormiddel van parasitisme het levenslicht tot zich neemt, en immer de venijnig getande zuigmond aan de halsslagader van het volk houdt. Het kan zo direct proeven of er niet een ongewenst zuurtje aan het bloed valt te ontwaren, waar het orakel van de gezalfde elite niet even een commissie voor moet samenstellen, een model moet maken, en beleid moet schrijven om de zuurtegraad weer te balanceren. Want in de omgekeerde pyramide van macht en waarden is de brede bodem van die pyramide de corpulente leviathan van abjecte ambtenarij, die als een niet te sturen massa op de nauwe punt van de pyramide drukt. De kleine groep mensen die bedeeld zijn met de zeldzame aristocratische inborst en dragers zijn van de puurste vorm van de Germaanse rassenziel, moeten zich wel laten gevallen dat zij "geleidt" worden door een klasse mens die in zo een mate hun mindere is, dat het mij nog niet gelukt is een treffende analogie te vinden.

De agenten van de staat van ontbinding cirkelen met niet aflatende vasthoudendheid als een groep eksters boven de bevolking en de welvaart die er uit haar zwoegen vloeit. De zwarte ogen immer gebrand op een flikkering, een fonkeling, om te graaien en hun nesten mee te versieren. De staat van ontbinding is een staat van charlatans die doormiddel van steeds vernuftigere manieren alles van waarde uit de vestzak van de zwoegers weet te lichten. Het heeft met deze tactieken ook het volk wijsgemaakt dat slechts datgene dat waarde heeft, materiële zaken zijn. Dat tijdelijke en vluchtige zaken een mens vervulling geven en dat zij dag in dag uit moeten ploeteren om de staat het "rechtmatige" deel van de prullaria toe te doen komen.

Het is een onlosmakelijk kenmerk van spirituele laagte dat de acteurs van de staat van ontbinding zich wentelen in de afgeroomde materiële waarde en zich vol en vet vreten uit de ruif van Mammon. Indien de pyramide van macht op de juiste wijze gesitueerd is, dan is materiële rijkdom totaal secundair aan de ware rijkdom van het volk, namelijk haar bloed.

Wanneer we spreken van ons bloed, dient hieronder te worden verstaan bloed als symbool voor de metafysische krachten die er van generatie tot generatie overgedragen worden. De spirituele nectar die als een gouden stroom vloeit doorheen de volksgeschiedenis rijkend van haar ten tonele verschijnen tot aan haar lotsbestemming. Deze spirituele nectar wordt rijker en geconcentreerder naarmate het volk actief haar bezinning erop toelegt de nectar de voeding te geven die het vereist. Het zal verzwakken en verdunnen als het volk niet langer zichzelf als een transcendente eenheid ziet, maar als een incoherente kluit individuen. De nectar zal niet langer verrijkt worden met verhalen, liederen, lijden, en geluk die er normaal immer aan toegevoegd worden door de bezinningsvolle intentie van het volk.

In het huidige koude, steriele, mechanistische tijdperk van Kali Yuga waarin we ons begeven, is zelfs het vermogen om ook maar een concept te vormen van een transcendente kwaliteit van bloed en erfgemeenschap verdwenen. Men vereert nu een statische code bestaande uit de letters C, T, G, en A. Deze statische code wordt beweerd de tot platte biologische chemie gemaakte magie van het transcendentale bloed te behelzen. De gedemystificeerde mathematische grondslag voor het hele wezen van de mens zou alle gedragingen, voorkeuren, volksaard, smaak, inborst, en dergelijke moeten bevatten. Ironisch genoeg stelt de "wetenschap", het weten of kennen, dat DNA al die kwaliteiten wel moet bevatten, maar het niet weet hoe. Het is de inherente tekortkoming van de omhooggevallen mens die immer de antwoorden in het almaar kleinere zoekt. Onvoorstelbaar kostbare machinerie wordt er gebouwd om naar de kleinste deeltjes te zoeken. Men hoopt zo de fundamentele bouwstoffen van de werkelijkheid te ontwaren. Hiermee is de afkeer van het transcendente welhaast volmaakt, omdat de grootsheid van de schepping niet in het kleine kan worden gevonden, maar in het expansieve, het tijdloze, het eeuwige en wederkerende.

De rassenziel van de volkeren op aard is de drager van hun essenties en zijn in hun hele wezen niet van het aardse en vinden daar hun oorsprong niet, maar vinden hun expressie wel in het aardse. De nectar manifesteert zich in de waarneembare wereld en vult elke bloesem aan de boom van het volk met de essentie van het bloed, van de volksaard, van de rassenziel. Het is een zuiver kenmerk van de ijzermens, de Kali Yuga mens, dat hij zijn essentie heeft gekoppeld aan het laagste waaraan men ook maar een essentie  kàn koppelen, namelijk aan vluchtige aardse zaken en aan een wereldbeeld dat hem verteld dat hij een willekeurig kosmisch stofje is, zonder significantie.

Het is ook datzelfde mesquin wereldbeeld dat hem immer verder opzweept naar de vooruitgang. Niet een vooruitgang richting het waarlijk leren kennen van de aard van zijn wezen, maar een immer exponentiële technificering van zijn wereld, vol met snufjes en comfort. Hij lijdt aan een ernstige afflictie van existentiële dysforie. Een pathologische compulsie tot het verlengen van een leven dat als dood beschouwd kan worden. Een niet geleefd leven is een vorm van dood en een vorm van voorouderbeschimping. De ijzermens leeft een leven in ongekende afwending van lijden en heeft dit niet benut om toenadering te zoeken tot de transcendente essentie van hem en zijn volk, maar speurt steeds maar naar manieren om zijn leven te verlengen en zijn comfort zo lang mogelijk te rekken. Voor de ijzermens is een langzaam maar behaaglijk afglijden in de geriatrie een prima eindstation. Hij hoopt natuurlijk wel dat voor die tijd het menselijk bewustzijn gedownload kan worden op een supercomputer en hem zo tot god kan maken. Hij verkiest een robotisch bestaan boven een bestaan dat zijn voorouders en de schepping eer aan zou doen.

De technocratische Tiamat die met zijn zeven koppen deze vooruitgang bewaakt is de vleesgeworden anti-existentie. De staat van ontbinding is een levensontkennende doodscultus en streeft in alles naar de acceptatie door de ijzermens van het gesimuleerde boven het sacrale. Onder het mom van het verbannen van bijgeloof en onrede, wordt de ijzermens steeds gehypnotiseerd met "wetenschap", dus het weten en daarmee expliciet zeker zijn van de aard van de werkelijkheid, en de heiligverklaarde rede. De staat van ontbinding is de staat van de rede, van de tomeloze overschatting van het verstand. De getroonde rede is een valse koning en kan slechts de manifestatie van de essentie vatten. De transcendente bron van al wat is ligt mijlenver buiten het domein van de rede.

De staat van ontbinding heeft de innerlijke leegte omfloerst met draperieën van faux-zekerheid en pseudowetenschap. Voor alle politiek die er bedreven is, voor alle miljarden die er in de wetenschap zijn gegoten, voor alle techniek die ons leven beter moet maken, is er nog geen zicht op daadwerkelijke antwoorden op de existentiële vraagstukken waar ons volk mee worstelt. Theorieën zijn slechts dat; theorieën. Zorgvuldig geformuleerde vermoedens van ijzermensen die in muffe collegezalen en steriele labs hun "wetenschap" bedrijven. Hier fröbelt men wat met een kinderlijk begrip van de wereld en "kloot wat aan".

De traditionele mens was doordrongen van de goddelijke en kosmische oorsprong van de orde en de schepping. De ijzermens kan niet opstijgen naar het niveau van zijn dat benodigd is om de staat van ontbinding te ontsnappen. Alles zal ineenstorten en als een Phoenix zal de rassenziel van de Europeanen weer opstijgen en het nieuwe tijdperk in luiden. Het zal weer, zoals het altijd gedaan heeft, die stuwing van bloed doen opwellen en zich opnieuw vol kracht in de wereld werpen. Er is nu vrijwel niets meer dat de moeite waard is om te redden. Alles is aangetast en corrupt.

Die Europeanen die in hun diepste wezen alles verachten waar de staat van ontbinding zich mee bezig houdt, en hun ogen kunnen richten op de zon en de horizon, zullen tot diegenen behoren die de nectar als de essentie omhelzen en de nieuwe orde opbouwen.

sanguis est fons popularium 

Fryske Filosoof © Alle rechten voorbehouden 2019
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin