Europa, ziel van de Europeanen

De mens in het moderne Westen aanschouwt verward de langzame dood van Europa. Niet van het inhumane, mechanistische, altijd al dode Europa dat een zuiver administratieve aangelegenheid is, maar het Europa van de Europese volkeren. Het Europa van schoonheid. Het Europa van verenigd zijn onder hoge idealen en voortgedreven door de Faustiaanse impuls. Het Europa van gedreven zoeken naar de sleutels van de mysteriën welke er in de wondere wereld verscholen liggen. Het Europa van de geworteldheid en rentmeesterschap over de natuur, en tegelijk met één oog starend naar de kosmos. Het Europa dat immer de ganse wereld als horizon had.
Dát Europa is aan het sterven. Het strompelt als een reumatisch lijf rond in de doelloosheid van de moderne tijd. Zichzelf verloren en de wereldzonden als een eeuwig juk dragend om de getergde schouders. De gewrichten aangedaan door de indringing van lichaamsvreemde stoffen. De sublieme schoonheid is vervlogen en het gelaat droog en gerimpeld. Haar stem zwak en krakend.
Het technocratische "Europees" leiderschap heeft reeds een grafkist op het oog en een plekje gereserveerd voor het lijk van het enige echte Europa. Zij dansen al te midden van de schaduwen die de gieren op de Europese aarde werpen. Zij wachten al vretend uit de belastingruif op de dag dat de enige weerstand van Europa die nog geboden wordt, zal bestaan uit de ontblote hals die wacht op de neerkomende bijl.
Wellicht verdienen we ook dit einde. Nu we ons te midden van allerlei volksopstanden bevinden van massa's mensen die de bijl nu eindelijk geheven zien worden, blijft een consolidatie van de fundamentele aspecten van onze identiteit achterwege. "Ons land", "ons volk", "omvolking", "Islamisering", "Grenzen dicht!" Dit zijn de mantra's die in koor geroepen worden bij de vele protesten in Europa. Wat pertinent verbaasd is dat al deze termen een duidelijke tegenpool van die "ander" vereisen. Als we het hebben over "omvolking", dan moeten we het ook hebben over wie of wat dat volk dan is dat omgevolkt wordt. Als we het hebben over "ons" land, dan lijkt het niet meer dan redelijk dat we dat "ons" invullen met iets concreters dan slechts een wollige term.
De Europese ziel is sinds 1945 gebonden en geketend met de kettingen van collectieve "witte" schuld
De Europese ziel is sinds 1945 gebonden en geketend met de kettingen van collectieve "witte" schuld. Zij kan niet langer oprijzen zonder de vleeshaken van "witte" erfzonde nog verder in het getergde vlees te trekken. De wereld laat nu geen kans meer onbenut om in de gapende wonden te porren en deze het liefst te bevuilen met anti-witte vuiligheid. De invasieve cultuur-carcinome elementen van het Europese lichaam tergen immer die delen die het zwakste zijn. En men is te laf om de remedie voor de kwaal een naam te geven.
De enige hoop op een spontane remissie van Europese lijf en leden is een volledige omarming van de inheemse Europese etniciteiten. De westerse Europeanen, de nazaten van de Germaanse stammen, wiens fenotype wij geërfd hebben, wiens taal nog klinkt in onze talen, wiens cultuur nog steeds grote sporen heeft in onze culturen, zijn blanke autochtone Europeanen. Alle naties die Europa rijk is, zijn erfgemeenschappen. Onze voorouderen hebben het land bewerkt en gevormd. Zij hebben dit aan ons overgedragen. Niet aan elke willekeurige immigrant die hier binnenwandelt. Wij, de blanke Europeanen zijn de rechtmatige erfgenamen van het territorium van onze Europese voorouderen. Zij hebben hier geleefd, gedroomd, gezwoegd, geleden, en zijn er gestorven. Zij hebben onder de zwaarste omstandigheden van oorlog, honger, pest, natuurrampen, en al wat dies meer zij, toch immer voor nageslacht gezorgd. Die nazaten dat zijn wij, de erfgenamen van de blanke inheemse Europese bevolking. Enkel en alleen het overgeven aan onze wortels, erfenis, en zedelijke plicht naar ons volk, kan een Europese wederopbloei bewerkstelligen. Alleen een terugkeer naar een daadwerkelijk besef van "ons", als volkeren met het recht op voortbestaan en zelfontplooiing, zal de Europese volkeren motiveren de haar vijandige elementen uit het territorium te verwijderen.
Nu al klinken defaitistische trompetten dat we maar beter vrienden kunnen worden met alle niet-Europese culturen. Hoe graag vele Humanisten onder ons hun weg uit het Europees verval willen knuffelen, duizendmaal hebben de ingestroomde culturen laten zien niets liever te willen dan het leegbloeden van Europa. En duizendmaal hebben de Europese volkeren de overduidelijk geforceerde multiculturele fallus, zonder vet, in de kont genomen. Hierbij immer vrolijk en hoffelijk lachend. Want we laten ons liever misbruiken en onze waardigheid door het vuil halen, dan dat we eens zouden zeggen dat een en ander niet in het belang van het Nederlandse volk gebeurd. Nee, want dat vraagt om een specificatie van het Nederlandse volk. Het is tergend voor diegenen die in het reine zijn gekomen met onze onherroepelijk etnische en culturele oorsprong, te zien hoe Nederland krampachtig blijft lachen terwijl er inmiddels een culturele "gang-rape" van epische proporties plaats vindt.
Men is dermate platgeslagen met de "witte" erfschuld, dat men liever een verzengende anale totaalruptuur oploopt dan dat men enige vorm van etnische identiteit benoemd. Men krijgt het niet uit de strot te benoemen dat het Nederlandse volk, van origine, een blank Europees volk is. Men staat liever ecstatisch te dansen getooid in regenboogkledij en "pussyhat" bij elke expressie van willekeurig welk pride-sentiment. Black lives Matter, Latino lives matter, Support Palestine, Support Israël, Save the Uygurs. Allen expressies van een erkenning van etniciteit. Zelfs alle groepen die een hekel hebben aan de "witte" Europeanen, erkennen met het negatief stigma dat ze ons toedichten, een gedefinieerde etniciteit van de Europeanen. De collectieve "witte" Europeanen als zondebok voor al hun grieven en geprojecteerde mislukking.
En toch bibberen we van angst als we gedwongen worden een standpunt in te nemen over onze identiteit als blanke Europeanen. Toch zal de Europeaan eerdaags wel moeten. De liberale ideeën van universeel humanisme en egalitarisme zijn uitwassen gebleken van een fundamenteel over-geromantiseerd wereldbeeld. Een ontkenning van de natuurlijke wereld om ons heen. Er is een overduidelijke wet in de natuur gewaar te worden welke dicteert dat het zwakke onder zal gaan.
Een Europese renaissance zal dan ook voorbij moeten gaan aan futiele politieke schakeringen en triviale ideologische verschillen. Onze etnische afkomst en erfenis is een enorm krachtig middel om de Europeanen weer te verenigen onder de Idealen van onze voorouders. "E pluribus unum", uit velen één. Als de Europese volkeren zich verenigen op basis van een gezonde verhouding tot hun afkomst, historie, en idealen, dan zal een ontsteken van de Faustiaanse vlam natuurlijk gaan en zal de Europese ziel weer naar ongekende hoogten op kunnen stijgen.
Elke etnisch Europeaan die een schakel vormt in de ketting van generaties is drager van de vlam van het Europese volk. In hem brandt een waakvlam die op kan zwellen tot een immens cultureel vuur, als het samenkomt met zijn mede Europese erfgenamen. Dus wat kiezen we? Leven of dood. Een acceptatie van een uitgesproken "ons", of verzuipen in de golven van "de ander".