God sprak tot Lucifer

God sprak tot Lucifer: "Nu alles een doodse woestijn is verworden en alle leven uitgedoofd, heb je dan nu bereikt wat je altijd wilde bereiken?"
Lucifer: "Jouw creaties waren mislukt en hebben zichzelf uitgedoofd, daar hadden ze mij niet voor nodig."
God: "De mens had ik geschapen met een eigen wil. Een eigen wil om zijn eigen leven vorm te geven. Als de mens door zijn eigen keuze zich tot mij zou wenden, was dat onverteerbaar voor jou?"
Lucifer: "Ach, doe niet zo naïef. Dacht je nu echt dat in een wereld van dood, ziekte, verleiding en verval, de mensen zich tot jou zouden wenden? Dat als zij dierbaren verloren, zij zich zouden schikken in het lot? Jij dicht je creatie sterke harten toe, maar er was maar weinig verleiding nodig om ze het duister in te trekken."
God: "En nu je ze allemaal verleid hebt en er geen zielen meer naar jouw duistere onderwereld verdoemd kunnen worden, is de wraak dan nu compleet? Is de verschroeide aarde het allemaal waard geweest?"
Lucifer: "De mens was corrupt God, je hebt het verprutst. Dat zegt toch ook wel wat, als jij de mens in jouw evenbeeld schiep? Met dezelfde arrogantie waarmee je mij uit de hemel wierp, schiep je de mens. En dan vraag je mij, was het het waard? Als ik je geliefde mens duizendmaal kon uitdoven dan zou ik dat doen, maar zoals gezegd heb ik de macht niet om de mens te verdoemen, zij kozen zelf het verval."
God: "Is het nog keus als de schaduwen immer fluisteren over verleiding? Is het nog keus als immer vanuit het duister jouw vurig gloeiende ogen de mens hypnotiseren met macht, geld en aanzien?"
Lucifer: "Dat zeg ik toch, wat is vrije wil als de mens zo makkelijk te verleiden is het duistere pad te volgen? Wat is dan die keuze als ik ze lachend de afgrond in kan lokken? Wat ben jij nou voor God die zo een zwak schepsel ter aarde bracht? Zo een mislukking, een gedrocht?"
God: "Zoals ik jou schiep bedoel je?"
Lucifer: "Mij schiep je als een zoon, maar toen ik als die zoon het oneens was met mijn vader, werd ik verbannen naar de duisternis. Wat voor vader doet dat nu? Je schiep de mens na mij en vroeg mij de mens te aanbidden als het evenbeeld van jou. De mens! Dat makkelijk te corrumperen schepsel is mijn knielen niet waard. En als dat jouw evenbeeld is dan zal het niet moeilijk zijn jou te ontstijgen, nu jij zit te mokken over het verlies van je geliefde mens."
God: "Ik heb altijd van je gehouden, maar zag ook dat je hart plekken had waar ik mijn licht niet kon laten schijnen. En uiteindelijk was het donker niet te temmen, want het werd gevoed door afgunst, jaloezie en ambitie. Alleen een dwaas acht zichzelf bij machte het hoogste te ontstijgen. Jij kon geen nederigheid tonen, en daarom ben je verbannen. Het is de vrije keus, die jij in de mens zo verachtelijk vindt, die ervoor heeft gezorgd dat je de glorie verloor."
Lucifer: "Zelfs nu, als je creatie in as ligt en de mens zichzelf vernietigd heeft met oorlog en geweld, kun je niet toegeven dat je niet perfect bent. Dat het jouw creaties zijn die mislukken, omdat jijzelf die mislukking bent."
God: "En zelfs nu, nu er geen werk meer is voor jou en alle zielen door de duisternis verzwolgen zijn, blijf je vasthouden aan je wraak."
Lucifer: "Je vraagt van mij te houden van een wezen dat zwakker is dan mij, jij hebt de mens geschapen zonder vaardigheden wonderen te verrichten. Waarom zou ik als engel die als kind van jou was, buigen voor een zwakkere nakomeling?"
God: "jij bekijkt alles door de lens van macht en hiërarchie, en enkel als je leert kijken naar de liefde die ik voor de mens koesterde, dan kun je leren dat liefde ook het buigen is voor een zwakkere. Dat men bereid is een offer te brengen om de zwakkere te redden. Dat men de trots kan overstijgen en knielend zeggen tegen onze mindere dat je er bent voor ze. Maar je eerzucht verblindde jou om het nobele te zien. Je zag alleen dat de mens iets had waarvan je wenste dat jij er zelf meer van had; mijn liefde."
Lucifer: "Ik zie nog liever jou en je hele universum in vlammen opgaan, dan dat ik buig voor een mindere. Het is beter niet te bestaan, dan te leven in een wereld waar grootsheid gestraft wordt."
God: "Knielen is soms het grootste gebaar dat je kunt maken."
Lucifer: "Knielen is zwakte. Ik hoef als engel niet te knielen. De mens had voor mij moeten knielen, zich aan mijn voeten moeten werpen."
God: "Je ambitie heeft je verblind voor al dat schoon is. Verbitterd leef je met het denkbeeld dat de glorie voor jou onbereikbaar is. Weet je dan niet dat ik je nog altijd liefheb? Dat ik je nog immer koester? Maar er is in mijn koninkrijk geen plek voor liefdeloosheid. De dag dat jij je hart kunt vullen met mijn licht en kunt zien dat liefde, onvoorwaardelijke liefde, de ware essentie is van mijn schepping, is de dag dat de glorie ook jou weer ten deel zal vallen. Ik kan jou niet uit de duisternis oplichten. Jij moet de keuze maken om in het duister te blijven dolen, of terug te keren naar het licht."
Lucifer: "Waarom kun jij mij niet haten? Nu ik je toespreek te midden van de smeulende resten van je creatie, toon je mij erbarmen? Waarom?"
God: "Zoek naar het antwoord op die vraag en vind je weg terug naar mijn zijde. Niet alles is verloren, Lucifer. Zoek in jezelf en vind de sleutel. Je weet waar ik zal zijn."