Het hart van steen ontdaan

Aan 'scheppings aanblik stond genageld
De geschapene getroffen terstond
Door velden zo glinst'rend en gepareld
Gelijk zoete woorden uit 'scheppers mond
Wolken varen vluchtig over 's wouds wuivend kruin
Brengen tomeloos verwaaien van het sterfelijk idee
De roerige winden blazen 'scheppers schoon bazuin
Nemen de geschapene in zalige vervoering mee
Laat de wond'ren uw hart van haar vesting ontdoen
En laat het zonlicht juist daar naar binnen
Opdat het u mag helen en haar weldaad doen
En daar in het heilig der heiligen uw verlichting winnen
'Scheppers hand doet zo schreien
Het hart van steen ontdaan
En door eenheid en wonderlijk gedijen
Laat het hart alsmaar sneller slaan
Wees soepel en vrijgevig in uw buigen
Door eenvoud ontstijgen van het stoffelijk kader
Laat uw geest met verwondering tuigen
En treedt ras tot de schepper nader