Paradijs

Als mijn laatste uur geslagen heeft
en mijn ziel in mijn lichaam beeft.
Als mijn lijf onder ziekte zwicht
en de dood mijn pijn verlicht.
Zal er niets dan leegte zijn?
Ergens tussen blij en bang
verzacht mijn angst met eng'lenzang
en als ik leed en leven achterlaat
en mijn lijf tot stof vergaat.
Zal er niets dan leegte zijn?
In mijn leven heb ik gefaald
en gods gratie niet behaald.
Ik heb de liefde nooit gekend
en ben voor alles weggerend.
Laat er dan maar leegte zijn
Ik begin nu aan mijn laatste reis
en blik terug uit het paradijs
Er was geen poort, er was geen tribunaal
geen schavot en geen galgenmaal
En de wereld draait maar door,
ook zonder mij snelt de sneltrein voort.
In een flits uitgedoofd en daar ben ik dan;
De eeuwigheid is mooi, dus ik geniet er van.