Toorn
03-10-2019

De lucht breekt en er vallen
Engelen ter aarde.
Zij bezweken aan hun getergde en
gebroken harten.
Hun tranen vallen zwaar
en bevloeien de aarde met wee en smart.
Tegen de grafzwarte hemel
steken de ijle, blanke lijven af.
De onschuld door de arrogantie van de mensheid verdreven.
Zij kozen het duister boven het licht,
en kruipen nu als beesten
door het vuil en nederlaag.
Zij doden hun medemens zo makkelijk
en verloren zo de genade.
Het verderf van zijn creatie
dreef God tot waanzin.
De pijn van de ellende
die zijn kinderen verkozen boven verhevenheid,
was als werd zijn hart verpletterd
onder het hemelrijk.
In de zwartste nacht
sinds God hemel en tijd schiep,
toorn, vurige toorn.
Geen ziel bleef gespaard.
En zo kwam het dat de Engelen vielen.
Ontvleugeld en gedood door hun verdriet.
In het absolute einde
werd het zaad van een nieuwe werkelijkheid
bevloeid met het bloed der wanhoop.